Door: Bron: 16-10-2025
Ondanks wettelijke verplichting worstelen Belgische werkgevers met terugkeer langdurig zieken
Drie jaar nadat de wetgever bedrijven verplichte om een re-integratiebeleid op te stellen, blijkt de praktijk weerbarstig. Een kwart van de Belgische ondernemingen heeft nog steeds geen beleid voor de begeleiding van langdurig zieke werknemers. Dit terwijl negen op de tien werkgevers het afgelopen jaar te maken had met minstens één langdurig zieke medewerker. Dat blijkt uit onderzoek van hr-expert Acerta bij 400 grote en kleine bedrijven.
Sinds eind 2022 zijn alle Belgische bedrijven verplicht een collectief re-integratiebeleid uit te werken, ook wanneer er geen langdurig zieken op de loonlijst staan. Het regeerakkoord van begin 2025 verscherpte de regels nog: een actief verzuimbeleid wordt verplicht en grotere ondernemingen moeten voortaan de eerste twee maanden 30 procent van de ziekte-uitkering betalen.
Toch slaagt slechts 12,5 procent van de werkgevers erin om een volledig uitgewerkt beleid te implementeren. Ruim zes op de tien bedrijven (61,7%) heeft hooguit een beperkt of gedeeltelijk uitgewerkt plan. Een kwart van de ondernemingen (25,7%) heeft helemaal geen beleid.
Ook bij bedrijven die wel een beleid hebben, hapert de communicatie. Van de werkgevers met een uitgewerkt re-integratieplan denkt 67,2 procent dat hun personeel daar weinig tot niets van afweet. Een gemiste kans, want transparantie over procedures en verwachtingen kan net het verschil maken bij een succesvolle terugkeer naar de werkvloer.
Meer dan een derde van de werkgevers (35,4%) vindt de huidige wetgeving rond re-integratie te onduidelijk om in de praktijk toe te passen. "Bedrijven tonen zich bereid om met re-integratie aan de slag te gaan, maar velen zien het bos door de bomen niet," stellen de experts van Acerta vast.
Karen Van den Bergh, Senior HR Consultant bij Acerta Consult, benadrukt dat de uitdagingen zich vooral op uitvoeringsniveau voordoen: "Op de werkvloer worden inspanningen geleverd om mensen gezond te houden en na ziekte opnieuw aan het werk te krijgen, maar dat gebeurt vaak ad hoc en organisch. De bereidheid bij werkgevers om dit aan te pakken is er, maar de uitvoering blijkt te complex."
Het onderzoek brengt vijf belangrijke obstakels aan het licht:
De timing en frequentie van contact met een zieke werknemer blijkt bepalend voor een succesvolle re-integratie. Toch wacht bijna de helft van de werkgevers (48,2%) minstens één tot drie maanden voordat ze een eerste gesprek aangaan met de langdurig afwezige medewerker.
Ook de frequentie van het contact verschilt sterk tussen bedrijven. Zo'n 31,2 procent neemt maandelijks contact op, 13,1 procent om de twee weken en slechts 5,5 procent doet dit wekelijks. Bij 45,4 procent van de ondernemingen hangt de contactfrequentie af van de individuele werknemer.
De overheid schrijft geen vaste regels voor over wanneer en hoe vaak werkgevers contact moeten houden. Toch tonen studies aan dat sneller en frequenter contact de kansen op een vlotte terugkeer vergroot.
De visie op ziekte en werk evolueert. "Ziekte en werk zijn niet langer onverzoenbaar," zegt Van den Bergh. "Werken kan het herstel zelfs bevorderen, op voorwaarde dat het werk aangepast is aan de mogelijkheden van de werknemer."
De uitdaging ligt in het structureren van dat proces. Acerta raadt bedrijven aan om procedures zwart op wit uit te schrijven: wie neemt wanneer contact op met de zieke werknemer, welke rol speelt de arbeidsarts, hoe verloopt een re-integratietraject stap voor stap? Dergelijke richtlijnen scheppen duidelijkheid voor alle betrokkenen.
Re-integratie blijkt geen quick win. "Het is geen kwestie van vandaag op morgen, maar vraagt tijd, inzicht en volharding," benadrukt Van den Bergh. Met negen op de tien werkgevers die te maken krijgen met langdurig zieken, is een goed uitgewerkt beleid geen luxe maar een noodzaak. De vraag is of Belgische bedrijven de complexiteit van de wetgeving kunnen omzetten in werkbare procedures die zowel werkgever als werknemer ten goede komen.