De toekomst is aan de openbare diensten

Door: Bron: Tribune, 09/2020 23-9-2020

Categorieën
:
Overheid, Overheid - kandidaat, Overheid - werkgever ,
Wereldwijd maken lokale besturen – zowel van grote metropolen als kleine gemeenten – komaf met de privatisering van hun openbare diensten. Over deze hoopvolle ontwikkeling bracht de Amsterdamse denktank Transnational Institute samen met 17 partnerorganisaties (waaronder EPSU, het Europese vakverbond voor openbare diensten) recent een nieuwe studie uit.


Het Transnational Institute kent een lange traditie van waardevol onderzoek naar de belangrijke maatschappelijke rollen die openbare diensten vervullen. Die garanderen immers economische ontwikkeling, dragen bij tot een grotere sociale gelijkheid en zijn ook onontbeerlijk voor de strijd tegen de klimaatverandering. Zij zijn hefbomen en instrumenten voor het recht van ieder op essentiële zaken als water, energie of zorg. Openbare diensten zijn dus van vitaal belang voor ons dagelijks leven. De CoViD-19-crisis toont duidelijk aan dat de openbare diensten de samenleving rechthouden.


Economische democratie


Ook voor het democratische karakter van onze samenleving zijn openbare diensten onmisbaar. Sectoren die essentieel zijn voor welvaart, welzijn en de leefbaarheid van ons ecosysteem moeten we onttrekken aan de markt. We kunnen het ons niet veroorloven om beslissingen over deze domeinen over te laten aan de eenzijdige, op winst en dividenden gebaseerde private belangen van commerciële spelers. De democratische logica moet hier volop spelen. Daarom is het belangrijk om onze openbare diensten in openbaar eigendom en beheer te hebben of ze – als ze geprivatiseerd zijn – te heroveren. Wie de economische activa bezit, bepaalt immers ook in grote trekken de organisatie en de doeleinden van de economie. Een economie die sterker steunt op openbare diensten is democratischer omdat ze de concentratie van eigendom en economische beslissingsmacht in de handen van enkelen tegengaat.


Droom, beleid, strategie


Openbare diensten – in openbaar eigendom en beheer – zijn kortom nodig om democratische principes en controle te vestigen op de economie. Alleen zo kunnen we samen de economie en haar doelstellingen bepalen. In deze wereldwijde gezondheidscrisis met ingrijpende economische gevolgen voor ieder land is het voor vakbonden, progressieve middenveldorganisaties en politieke partijen noodzakelijk om de droom van een betere, meer rechtvaardige wereld levend te houden. Daarvoor zijn duidelijke, werkbare en haalbare beleidsvoorstellen en nieuwe organisatiemodellen nodig. Enkel ideeën volstaan niet. Er is nood aan een strategie in de vorm van een maatschappelijk project, gericht op de verwerving van politieke macht op alle niveaus. Zonder die koppeling kunnen ideeën weliswaar interessant zijn, maar dreigen ze in het luchtledige te zweven.


Lokale veroveringstocht


De nieuwe studie van Transnational Institute biedt waardevolle inspiratie voor deze drie noodzakelijke domeinen – de ‘droom’, het ‘beleid’ en de ‘strategie’ – van maatschappelijke transformatie. Via verscheidene casestudies bewijst ze dat mensen nu al een vorm geven aan een betere wereld door de waarde van openbare diensten te herontdekken. In vele steden en gemeenten maken ze komaf met de privatisering van hun openbare diensten of richten er nieuwe op om sociale en ecologische doelen te realiseren. De resultaten van deze ‘remunicipalisation’ of deprivatisering op lokaal niveau zijn vaak fenomenaal. Burgers kunnen sinds de ommekeer vaak genieten van een dienstverlening die kwalitatiever en betaalbaarder is. Tegelijkertijd blijken deze herwonnen of nieuwe openbare diensten vanuit kostenoogpunt ook efficiënter te zijn dan de uitgerangeerde private dienstverlener.


Inspirerende voorbeelden


In het Catalaanse Terrassa leidde een burgercampagne tot de oprichting van een stedelijk waterbedrijf. Vertegenwoordigers van wijkgemeenschappen, werknemers, vakbonden, de lokale universiteit zijn nauw betrokken bij het beheer.

Na het faillissement van een privé-huisvuilophalingsbedrijf in Noorwegen zetten de syndicalisten van Fagforbundet met succes druk op 137 lokale besturen om deze diensten terug in huis te nemen. De vakbond betrok de getroffen werknemers nauw bij de campagne, wist veel nieuwe leden aan te trekken en kon ook betere loon- en arbeidsvoorwaarden afdwingen.

In de Chileense gemeente Recoleta richtte het lokale bestuur een volksapotheek op. De kostprijs van medicijnen voor de lokale bevolking is daardoor drastisch gedaald.

In de Verenigde Staten hebben 800 districten, steden en dorpen lokale breedbandnetwerken opgericht. De private telecommunicatiereuzen laten het immers na te investeren in rurale en armere delen van het gigantische land.

In Berlijn kocht de sociale huisvestingsmaatschappij 6.000 private appartementen. Deze grootste lokale deprivatisering in Duitsland ooit is een belangrijk feit in de strijd voor betaalbaar wonen en een belangrijke stimulans voor de groeiende huurdersbond. Nog in Duitsland hebben verschillende steden en regio’s meer dan 300 gas- en elektriciteitsnetwerken en energieleveranciers opgericht of overgenomen. Lokale besturen en openbare energiebedrijven leverden zo een wezenlijke bijdrage aan de hernieuwbare energietransitie. Net zoals de vele energiecoöperatieven blijven deze lokale initiatieven niettemin kwetsbaar voor de grote energiespelers. Om de energiemarkt terug om te vormen tot een openbare dienst zullen regionale en nationale overheidsenergiebedrijven onontbeerlijk zijn.


Democratisch tegenproject


Al deze cases en vele andere tonen aan dat privatiseringen de torenhoge verwachtingen niet kunnen inlossen die beleidsmakers, neoliberale ideologen en consultants er op het eerst gezicht in lijken stellen. Zelf zullen ze daar waarschijnlijk niet van verschieten. De ideologie die keer op keer hamert op de efficiëntie van de private sector en de marktwerking wil enkel het echte doel van de privatiseringen verbergen: een georganiseerde zwendel en plundering van het publieke patrimonium met oog op de winsten van de aandeelhouders en topmanagers.

Het is een goede zaak dat de gapende kloof tussen de neoliberale theorie (het geclaimde succes) en de praktijk (het falen van de privésector) onder de aandacht wordt gebracht. Tegenover de dreigende vlucht vooruit van het neoliberalisme in autoritaire oplossingen moeten wij een democratisch tegenproject in stelling brengen. Het Transnational Institute beklemtoont dat een strategie van maatschappelijke verandering zich niet mag beperken tot het lokale niveau. Progressieve krachten moeten daarom alle kansen benutten om deze strategie op grotere schaal ingang te doen vinden.


Front van werknemers en gebruikers


Ondanks de wereldwijde successen in de strijd tegen privatisering blijven onze tegenstanders immers beschikken over meer financieel-economische middelen en politieke machtsbronnen. Vanuit een cynisch perspectief is het gemakkelijk de lokale overwinningen weg te lachen. Ook in eigen land zien we immers bij veel lokale besturen een privatisering of outsourcing van zwembaden, de huisvuilophaling, kinderopvang en woonzorgcentra. Toch kunnen ook wij leren van de buitenlandse verhalen. Een succesvolle strijd tegen privatisering en voor deprivatisering steunt op dezelfde strategische fundamenten. Vakbonden moeten alles op alles zetten om een front van werknemers en gebruikers – de lokale gemeenschappen die een beroep doen op de openbare diensten – tot stand te brengen.

Veel werknemers van de openbare diensten staan dag in dag uit in relatie met de gebruikers. Meestal zijn deze gebruikers ook gewoon werknemers. Deze relaties vormen netwerken die ingeschakeld kunnen worden in een georganiseerde strijd voor sterke openbare diensten. Om het met de Franse filosoof Jean-Paul Sartre te zeggen: “Niet in de afzondering zullen we onszelf ontdekken, maar onderweg, in de stad, in de menigte, als ding onder de dingen, als mens onder de mensen.”

Bron: Dries Goederdier, stafmedewerker ACOD – verschenen in Tribune 76.09, september 2020’