Parlementair debat over thuiswerken

Door: Bron: Parlementaire vragen 16-10-2020

Categorieën
:
Overheid - kandidaat, Overheid - werkgever ,

Bron: Parlementaire vragen, Brecht Warnez aan Minister Somers - 13 / 10/2020

 

Minister Somers ziet drie voordelen als hij kijkt  naar digitaal werken, thuiswerken en op afstand werken. 

Individuele voordelen. Mensen hebben een grotere autonomie om taken uit te voeren en kunnen zelf meer wegen op hun balans tussen werk en privéleven. Er blijkt een grote betrokkenheid en motivatie van het personeel. Ook ervaart het personeel hierbij het vertrouwen van zijn werkgever. Dat zijn individuele voordelen die mogelijk worden gemaakt door digitalisering.

 

Organisatorische voordelen.Er zijn verder organisatorische voordelen: efficiënter werken, minder verzuim, minder kantoorruimte die moet worden bezet.

 

Ten slotte zijn er maatschappelijke voordelen. De belangrijkste daarvan betreft de mobiliteitsproblematiek. We kunnen veel pendeltijdwinst boeken. Zelf pendel ik van Mechelen naar Brussel en het is opvallend hoeveel pendeltijdwinst ik boek. Er zijn minder infrastructuurproblemen, minder weginfrastructuurproblemen, er is meer veiligheid op de weg, er zijn minder files. Dat zijn de maatschappelijke voordelen die spelen.

 

Individuele noden kunnen verschillen

Volgens minister Somers zijn er toch nog heel wat ambtenaren die moeilijkheden ondervinden bij thuiswerk. We mogen daar niet blind voor zijn. Het Agentschap Overheidspersoneel (Ago) heeft daarom verschillende initiatieven uitgewerkt om psychologische ondersteuning aan te bieden aan de personeelsleden van de Vlaamse overheid. 

 

Thuiswerk kan geen verplichting zijn

Minister Somers ziet   buiten de crisiscontext die we vandaag kennen, telewerk niet als een verplichting. “Indien telewerk niet haalbaar is, door concentratieproblemen, omgevingslawaai, de thuissituatie, of indien je liever een heel strikte scheiding hebt tussen werk en privé, kun je niet worden gedwongen tot telewerken. Nogmaals, ik heb altijd gezegd dat het een gemengd verhaal zal zijn, van een stuk thuiswerken, een stuk aanwezig zijn op kantoor en misschien ook nog op andere plaatsen werken.”

 

Een kader voor anders werken

De minister voorziet eind 2020 een  omzendbrief  met een nieuw kader inzake anders werken. Er zal hierin rekening worden gehouden met zowel de individuele als de organisatorische noden. 

Daarin zal ook oog zijn voor de eventuele nadelen. “De weg van meer vrijheid en autonomie, meer mogelijkheden voor mensen om ook thuis, op afstand te kunnen werken, moet behouden blijven.”

 

We zullen veel aandacht besteden aan een goed afsprakenkader. We moeten goed communiceren om mensen de kans te geven de scheiding tussen werk en privé te behouden.

 

Het Agentschap Binnenlands Bestuur zal ondersteuning bieden aan lokale besturen die daarom vragen. Het zal  een soort van kader voor telewerk uitwerken, dat met inspirerende voorbeelden van telewerken en flexwerken ter beschikking van lokale besturen kan worden gesteld, die dan als autonome werkgevers daarmee aan de slag kunnen gaan.

 

In het kader van het relancebeleid werkt het Agentschap momenteel een project met de ietwat provocerende titel ‘Gemeente zonder Gemeentehuis’ uit. Gemeentehuizen zullen uiteraard blijven bestaan, maar het idee is dat, indien de  burger graag alles digitaal zou kunnen doen met het lokale bestuur, dat ook mogelijk moet zijn.  Daarbij wordt budget voorzien die de gemeentebesturen die innoverend zijn, zal ondersteunen 

 

Wat de omkadering op personeelsvlak betreft, dienen de mogelijkheid tot telewerk en de afspraken hierrond te worden opgenomen in het plaatselijk arbeidsreglement en de rechtspersoonlijkheidsregeling die elk lokaal bestuur natuurlijk zelf in de hand heeft, ook daar met het respect voor de autonomie.

 

Menselijke fysieke interactie blijft belangrijk

Minister Somers: “We misten ook wel iets door uitsluitend te telewerken en op afstand te moeten werken. We werden gedwongen om dat te doen, waardoor er een stuk verkorreling ontstaat van een organisatie. De menselijke interactie wordt gemist. 

Dat overtuigt steeds meer mensen om over een balans tussen de twee te spreken. En ik denk dat dat de juiste zaak is: we kunnen meer doen dan vroeger, we kunnen daar verder in gaan, de technologie laat ook veel meer toe en zal ook alleen maar beter worden, maar tegelijkertijd moeten we er ook rekening mee houden dat een organisatie maar goede samenhang blijft vertonen als er ook fysieke momenten van samenwerking en contact zijn.”