Gemeenten vragen duidelijkheid aan Vlaamse regering

Door: Bron: VVSG, Jan Leroy 11-10-2019

Categorieën
:
Kandidaat, Overheid - kandidaat, Zorg,

De Vlaamse regering houdt niet alleen vast aan de groei van het Gemeentefonds met 3,5% per jaar, het Regeerakkoord voorziet ook in extra middelen voor de pensioenen en voor de financiering van open ruimte. Lokale besturen zijn blij met deze bijkomende financiële ademruimte, maar willen op korte termijn wel weten wat ze hiervan al mogen inschrijven voor hun meerjarenplan 2020-2025.

Wat weten we vandaag al officieel? Ten eerste is er het Vlaamse Regeerakkoord, dat zegt dat de Vlaamse overheid de helft van de responsabiliseringsbijdrage voor de pensioenen van de lokale besturen wil financieren. Wat 'lokale besturen' precies betekent (gaat het naast gemeenten en OCMW's bijvoorbeeld ook over OCMW-verenigingen, politiezones of hulpverleningszones?), weten we vandaag niet. Verder is ook nog onduidelijk hoe deze subsidie precies zal werken, zeker als we weten dat de definitieve responsabiliseringsbijdrage altijd maar in september van het volgende jaar bekend is.

Daarnaast komen er ook extra middelen voor open ruimte, zegt het Regeerakkoord, maar ook hier kennen we geen verdere details. In de media is sprake van een oplopend bedrag van 23 miljoen euro in 2020 naar 124 miljoen in 2024, maar tot nu toe zonder officiële bevestiging. Tot slot is er 4 miljoen euro voor de gemeenten Denderleeuw, Geraardsbergen, Ninove en Zottegem. Wie wat krijgt, weten we nog niet.

In de begrotingstabellen die op 7 oktober werden gepubliceerd, is er sprake van extra middelen voor de lokale besturen (zonder de groei van het Gemeentefonds) van 170,2 miljoen euro in 2020. Dat bedrag zou stijgen naar 415 miljoen euro in 2024.

Voor de lokale besturen zijn deze bijkomende miljoenen natuurlijk heel erg welkom. Echt bruikbaar worden ze echter pas wanneer gemeenten en OCMW's zo ook mogen opnemen in de meerjarenplanning 2020-2025 die ze momenteel afronden. De VVSG heeft er bij de nieuwe minister van Binnenlands Bestuur, Bart Somers, en bij het Agentschap Binnenlands Bestuur op aangedrongen om hierover op korte termijn duidelijkheid te verschaffen.