Ontgoochelde en misnoegde vakorganisaties bij de onderhandelingen over de rechtspositieregeling van de lokale en provinciale besturen.

Door: Bron: Protocol 2022/12 - 26 oktober 2022 + Vlaamse Ministerraad 10 11 2022 15-11-2022

Categorieën
:
Overheid - kandidaat, Overheid - werkgever ,

Het huidig ontwerp van besluit over de rechtspositieregeling kreeg door geen van de vakorganisaties een akkoord mee. De reden had vooral te maken met het gebrek aan houvast en de risico's die verbonden zijn aan het grotendeels overlaten van de rechtspositieregeling aan de lokale autonomie. Daarnaast was vooral de wijze van onderhandelen een doorn in het oog van de vakorganisaties. Een gemiste kans ? 

We geven hier de voornaamste bezwaren weer van de verschillende vakorganisaties:

- de Algemene Centrale der Openbare Diensten (ACOD),

- het Algemeen Christelijk Vakverbond Openbare Diensten (ACV Openbare Diensten),

- het Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt (VSOA)


 

ACOD LRB aanvaardt hett huidige ontwerp van besluit over de rechtspositieregeling niet. ACOD spreekt ook van een nieuw dieptepunt in het sociaal overleg.

Voornaamste argumenten:  "het statuut wordt nagenoeg afgebouwd, de verregaande delegatie uit het decreet over het lokaal bestuur zorgt met deze minimalistische invulling van de rechtspositieregeling voor een afbouw van de democratische controle, de onafhankelijke dienstverlening wordt niet meer gegarandeerd, en de rechtszekerheid valt weg. De wijzigingen die voorgesteld worden zijn nauwelijks wetenschappelijk onderbouwd en zullen een grote impact hebben op de werking van de lokale besturen.

Deze worden teruggeslingerd naar de periode vóór de krachtlijnen Kelchtermans, een periode van politieke willekeur, een schepenmodel en chaos. Louter om informatieve redenen geven we onze bekommernissen betreffende een nieuw BVR over de rechtspositieregeling hieronder weer:

- Duurzame en onafhankelijke tewerkstelling (liefst sterke statutaire verankering).

- Een objectieve en transparante loopbaan.

- Rechtszekerheid: zie onze vraag naar toezicht.

- Een zeker evenwicht tussen rechten en plichten.

- Voldoende aandacht aan werkbaar werk, welzijn op het werk, kwaliteit van de dienstverlening, burn-outs, re-integratiebeleid,...

- Een goede balans werk-privé.

- Een aanpassing van het loonhuis.

- Voldoende aandacht voor de gelijke toegang tot het openbaar ambt.

- Gelijkschakeling naar boven van de verschillende verlofstelsels.

- Aandacht voor de pensioenproblematiek en de gevolgen voor de sociale zekerheid. - Garanties ingeval van overmacht (zoals corona).

- Tot slot: een uniform statuut zorgt sowieso voor een gelijke behandeling van de personeelsleden. Dit heeft ook voordelen ten aanzien van de zo geprezen mobiliteit, en zal nog belangrijker worden met de nakende fusies en/of regiovorming. "

 

ACV Openbare Diensten is bijzonder ontgoocheld over het verloop van de besprekingen over het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen.

"Dit besluit zou het kader moeten vormen van de gemeenschappelijke arbeidsvoorwaarden voor de personeelsleden van de 300 lokale besturen en de vijf provincies. De Vlaamse voogdij overheid heeft er - onder het motto 'verdeel en heers'? - blijkbaar voor gekozen om de sector LRB te herleiden tot een kmo-landschap waar nauwelijks nog algemene regels gelden."

ACV Openbare diensten is van oordeel dat  de Vlaamse Regering met dit besluit de concurrentie onder de lokale besturen organiseert.

"Niemand zal kunnen vermijden dat personeelsleden rondkijken waar de beste 'voorwaarden' worden gegeven en op deze wijze hun loopbaan bij elkaar 'hoppen'. Dit zal ongetwijfeld uitmonden in een opbod van voorwaarden tussen lokale besturen die dicht bij elkaar aanleunen. Daarenboven zal deze werkwijze er ook voor zorgen dat er een aantrekkingseffect wordt gecreëerd voor personeelsleden naar de centrumsteden toe. Centrumsteden die omwille van hun schaalvoordeel ongetwijfeld betere voorwaarden zullen kunnen aanbieden dan de kleinere gemeenten. Hierdoor wordt ‘the war for talent' niet enkel iets uit de boekjes maar een werkelijkheid binnen de lokale sector.In de nota aan de Vlaamse Regering worden de meest in het oog springende vernieuwingen in het ontwerp in het licht geplaatst. Van sommigen van die maatregelen kan de vraag gesteld worden wie hiervan gebruik zal maken..."

Zo meent ACV Openbare diensten - op basis van hun contacten met algemeen directeurs -  dat volgende 'vernieuwingen' geen vraag ziin van de lokale besturen

- zelf vormgeven aan het stelsel van graden en rangen.

- personeelsvorming volledig overlaten aan de lokale autonomie

- de uitbouw van loonhuis beperkten tôt minima en maxima

- Lokaal beslissen welke vormen van onbetaald verlof al dan niet laten meetellen voor de berekening van de geldelijke anciënniteit

 

 

VSOA  reageert op het feil dat de Vlaamse regering wenst, tegen alle regels in, de ongelijkheden tussen contractuelen en statutairen weg te werken zoals voorzien in het regeerakkoord.

Tevens reageert VSOA net als de andere vakbonden vooral op de wijze van onderhandelen.

"Normaliter gebeuren dergelijke wijzigingen na onderhandelingen op comité C1. Onderhandelen betekent niet éénzijdig zijn wil doordrukken. De strategie van de Vlaamse regering, om deze wijzigingen door te voeren, was het in leven roepen van twee praatbarakken. Een eerste fase dateert al van vorig jaar tussen Vlaamse regering, de sociale partners en Mondea. Vandaag stellen wij vast dat deze bezigheidstherapie geen enkele meerwaarde heeft in dit dossier behalve dat de belastingbetaler een forse rekening heeft betaald. Wat hiervan de meerwaarde was is voor ons tot op heden onbekend. De Vlaamse regering vroeg de sociale partners hun opmerkingen te bezorgen aangaande de ontwerptekst RPR , wat behalve een paar punten en komma’s, werd door de Vlaamse regering aanvaard. Gelet op de problemen binnen comité C1 werd er afgesproken om een compromisvoorstel tussen de sociale partners uit te werken. VVSG, VVP, ACODlrb, ACVod en VSOAlrb hebben een compromisvoorstel uitgewerkt dd. 05 oktober 2022 en aan de Vlaamse regering overgemaakt. Op 14 oktober 2022 heeft de Vlaamse regering tijdens het vooroverleg beslist dat ze geen beslissing neemt . Nog volgens de Vlaamse regering werd het dossier beëindigd en dit zonder het standpunt van de Vlaamse regering . "

 

Bron: Protocol nr. 2022/12houdende de conclusies van de onderhandelingen die op 29 juni 2022 en 14 oktober 2022 werden gevoerd in de onderafdeling ‘Vlaams Gewest en Vlaamse Gemeenschap’ van de eerste afdeling van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten 

 

-ACOD - Comité C1: nieuw dieptepunt in het sociaal overleg

 

Achtergrond bij het artikel: 
Onderhandeling met de representatieve vakbonden is verplicht over belangrijke algemene personeelsaangelegenheden (o.a. grondregelingen administratief statuut, de bezoldigingsregeling, de pensioenregeling, de betrekkingen met de vakbonden en de organisatie van de sociale diensten). De onderhandelingsverplichting geldt ook voor (de artikelen van) ontwerpen van decreet waarin deze aangelegenheden aan bod komen. Onderhandelingen met de vakbonden worden telkens afgesloten met een protocol.

De onderhandelingen lopen in het Comité C : comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten – op Vlaams niveau zijn er 2 onderafdelingen: Comité C1 voor de ambtenaren van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten + Comité C2 voor het personeel van het provinciaal en gemeentelijk onderwijs;