Het 'hybride' werken van de Vlaamse ambtenaren

Door: Bron: Vlaams Parlement 5-2-2021

Categorieën
:
Overheid - kandidaat, Overheid - werkgever ,

Bron: Vraag om uitleg over 'hybride werken' voor ambtenaren van Jeremie Vaneeckhout (Groen) aan minister Bart Somers  - verslag van de commissie van 02/02/2021

Wat is hybride werken ? 

Binnen de Vlaamse Overheid wil men het concept Plaats- en tijdsonafhankelijk werken (PTOW) vervangen door het hybride werken. Bij deze nieuwe werkvorm wordt thuiswerk gedurende enkele dagen per week de norm. Dit systeem zou  voordelen  bieden voor zowel de werkgever als de werknemer. Dit neemt niet weg dat de coronacrisis heeft blootgelegd dat er ook een aantal risico's zijn.
Jeremie Vaneeckhout  geeft daarbij aan dat het  het belangrijk is dat beide partners, werkgevers en werknemers, elkaar vinden in goede afspraken en dat we de mogelijke risico's op die manier indammen.

Uitgangspunten van hybride werken 

Minister Somers benadrukt ook  dat thuiswerken een keuze blijft en geen verplichting mag zijn voor wie er om persoonlijke of competentiegebonden redenen de voorkeur aan geeft om niet thuis te werken, bijvoorbeeld omdat men zich thuis moeilijk kan concentreren.

Discussie over de voor- en nadelen van hybride werken : standpunt Somers

-Werk-Privé evenwicht.

Soms voelen we dat we contact beginnen te verliezen. Ons professioneel en ons privéleven lopen door elkaar. Vanuit die ervaring kunnen we er samen over waken dat het hybride werken een succes wordt. We mogen er niet alles van verwachten, maar moeten het wel een kans geven.

-Leidinggeven staat centraal.

Leidinggevende ambtenaren staan centraal. U hebt gelijk, mijnheer Vaneeckhout, dat is de sleutel. Als we die mensen de competenties kunnen bijbrengen, hen op een andere manier leren leidinggeven, kan het lukken. Er zal meer vertrouwen moeten zijn en er moeten helderder afspraken komen. Dat is een belangrijk element. Daar hebben we aandacht voor. U hebt daar terecht nog eens op gewezen.

De financiële aspecten en  de vergoedingen moeten worden bekeken. Dit maakt ook deel uit van de onderhandelingen met vakbonden.

De minster is genuanceerd over het gelijkheidsbeginsel, een bezorgdheid van lokale besturen. Daarbij is de vaststelling dat men niet iedereen kan laten thuiswerken. Het gelijkheidsbeginsel zegt niet dat we iedereen gelijk moeten behandelen, maar wel dat we iedereen gelijk moeten behandelen in gelijke omstandigheden. Vandaag in de stadsorganisatie of de Vlaamse organisatie worden mensen al niet gelijk behandeld. Ik verwijs naar de stadsarbeiders versus ambtenaren op kantoor. Die werken in een heel andere context. Dat zal misschien nog groeien, met het hybride werken. Er zal nog een andere soort van uitdaging inzake gelijkheid komen: degenen die thuis kunnen werken en degenen die dat niet kunnen omdat ze te klein wonen of omdat er andere huisgenoten aanwezig zijn, waardoor de mentale of fysieke ruimte niet bestaat om thuis te werken. Zij gaan anders functioneren dan degenen die wel de mogelijkheid hebben. Dat is nog eens een uitdaging. Ik ben me daarvan bewust. We gaan ermee aan de slag moeten.