Dienstenchequeondernemingen : gaat 'kansen creëren' samen met vacatures invullen ?

Door: Bron: Vlaamse Overheid, 28 juli 2021 29-7-2021

Categorieën
:
Overheid - kandidaat, Overheid - werkgever ,

Dienstenchequeondernemingen (DCO’s) - Vacatures en rekrutering huishoudhulpen

 Vraag van Tom Ongena aan Minister Crevits

Dat de krapte op de Vlaamse arbeidsmarkt zich in vele sectoren laat voelen, is inmiddels bekend. Ook in de dienstenchequesector blijkt het moeilijk om voldoende, gemotiveerde en blijkbaar ook standvastige huishoudhulpen te vinden.

Vanuit bepaalde DCO’s komen  signalen dat het stilaan rampzalig wordt om goede huishoudhulpen te vinden. Met ‘goed’ bedoelt men dan niet alleen vakkundige, maar ook gemotiveerde werknemers. Meer en meer blijken DCO’s te ervaren dat huishoudhulpen hun job slechts als een tijdelijke activiteit beschouwen. Het gevolg is dat een aantal DCO’s strenger wordt in hun selectiebeleid en alleen tot aanwerving willen overgaan als ze overtuigd zijn van de capaciteiten en motivatie van de huishoudhulpen.

Deze strategie heeft echter tot gevolg dat gebruikers van dienstencheques langer en langer moeten wachten op een huishoudhulp. Sommige DCO’s zijn zelfs niet te beroerd om hun klanten duidelijk te maken dat ze zich best elders mogen inschrijven. Deze aanpak is natuurlijk te begrijpen vanuit het perspectief om kwalitatieve dienstverlening aan de klant te willen bieden, maar ook om overdadig (en voor de DCO duur) kortdurig ziekteverzuim te vermijden. Anderzijds zet het de grote vraag naar huishoudhulpen nog meer op scherp. Bovendien is het dienstenchequestelsel er mede op gericht om jobkansen te geven aan kortgeschoolden en kansengroepen.

Antwoord van Minister Crevits:

Het blijft echter wel zo dat de dienstenchequesector kansen geeft en moet geven aan werkzoekenden die behoren tot de kansengroepen. Het is dus goed mogelijk dat er nood is aan een traject om de kandidaat-werkzoekende te doen groeien in zijn of haar rol als werknemer en huishoudhulp. Dit is voor mij ook de reden om sterk in te zetten op taal- en jobcoachingtrajecten in de sector. Op deze manier kunnen startende werknemers intensief worden begeleid om van hun job in de sector een succes te maken. Ook los van deze taal- en jobcoachingtrajecten zet ik via ESF en het regionaal opleidingsfonds dienstencheques blijvend in op het opleiden van de dienstencheque-werknemers. Tegelijk investeert de sector eveneens via het eigen vormingsfonds in de opleiding van de medewerkers.

Het is wel een feit dat motivatie van de kandidaten één van de belangrijkste voorwaarden is tot aanwerving en succesvolle tewerkstelling. Het is een zware job, dus motivatie is belangrijk om door te kunnen zetten. Indien die motivatie er evenwel is, heeft de onderneming heel wat middelen voorhanden om te investeren in de kandidaten om er succesvolle huishoudhulpen van te maken. Gezien de krapte op de arbeidsmarkt kan men helaas niet verwachten dat enkel perfecte kandidaten zich zullen aandienen of door de overheid worden toegeleid. Dit ondanks de inspanningen van VDAB om zeer sterk werkzoekenden naar de sector te blijven bemiddelen. Voor een succesvol tewerkstelling in de sector zullen inspanning vanuit zowel de dienstencheque-bedrijven (bv. vacatures melden bij VDAB, sollicitanten kansen geven en opleiden) als de overheid (bv. actief bemiddelen vanuit VDAB, ondersteunen van opleidingsinspanningen in de sector) nodig zijn, zoals we deze hebben vastgelegd in het samenwerkingsprotocol naar aanleiding van de afschaffing van de 60%-regel. We evalueren dit in het kader van het jaarrapport dienstencheques.

 

Bron: SCHRIFTELIJKE VRAAG van TOM ONGENA aan HILDE CREVITS
VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, INNOVATIE, WERK, SOCIALE ECONOMIE EN LANDBOUW