De arbeidsmarkt is krapper, maar ook flexibeler.

Door: Bron: Jaarverslag Nationale Bank 23-4-2024

Categorieën
:
Overheid - kandidaat, Overheid - werkgever ,

Flexibelere arbeidsvormen winnen aan populariteit.

Het flexi-jobsysteem – dat wil zeggen bijbanen voor werknemers die al in een 80% - regeling werken, of voor gepensioneerden – werd in 2015 eerst in de horeca ingevoerd en geleidelijk uitgebreid naar andere bedrijfstakken, zoals de detailhandel en de kappers en schoonheidssalons. Eén op de vier flexi-jobs is echter niet rechtstreeks gekoppeld aan de specifieke bedrijfstak van de werkgever, aangezien deze jobs bij uitzendbureaus worden geregistreerd, wat de cruciale rol onderstreept die deze bureaus spelen bij de flexibilisering van de arbeidsmarkt. In 2024 werden de flexi-jobs verder uitgebreid, met name naar het onderwijs, het vervoer en de landbouw. Flexi-jobs stellen werkgevers in staat om op een goedkope manier de omvang of flexibiliteit van hun personeelsbestand te vergroten. De werkgeversbijdrage wordt immers verminderd met de gewone socialezekerheidsbijdragen en de bedrijfsvoorheffing, en de administratieve procedures zijn minder ingewikkeld. Volgens de RSZ ging het in het tweede kwartaal van 2023 om 120 000 personen in 140 000 banen (tegen respectievelijk 57 000 en 67 000 in 2019). Flexi-jobs verhogen het arbeidsvolume, maar hun effect blijft beperkt: ze vertegenwoordigen slechts 21 000 voltijdse equivalenten (VTE). Met andere woorden, elke persoon werkt gemiddeld 18 % van een voltijdse baan.

De horeca staat centraal in de flexibele arbeidsvormen. In 2022 was de horeca de voornaamste aanbieder van flexi-jobs, hoewel het aandeel van de handel en de kappers en schoonheidssalons in de loop van de tijd stijgt. Bovendien kunnen horecazaken een beroep doen op ‘extra’ werknemers tijdens pieken in de bedrijvigheid. Deze extra werknemers mogen maximaal twee dagen na elkaar en 50 dagen per jaar worden ingezet. In tegenstelling tot de flexi-jobs is het gebruik van deze arbeidsvorm de afgelopen jaren gedaald, van 8 500 VTE in 2017 tot 5 900 in 2022, en waarschijnlijk zijn de flexi-jobs deels de oorzaak waarom er minder een beroep werd gedaan op ‘extra’ werknemers.

Ondernemingen maken ook gebruik van andere flexibele arbeidsregelingen, zoals studentenarbeid. Dankzij de studentenovereenkomst kan de werkgever van verminderde werkgevers- en werknemersbijdragen voor de sociale zekerheid profiteren. De maximale tewerkstellingsduur tijdens het jaar, die tot 2016 50 dagen bedroeg, werd verhoogd tot 475 uur in 2017 en tot 600 uur in 2023. Tegelijkertijd nam het aantal jobstudenten in de loop van de jaren toe tot 627 000 in 2022, terwijl het er 523 000 waren in 2017. De omzetting van werkdagen in werkuren maakte de studentenarbeid flexibeler. In lijn met de geleidelijke verhoging van het toegestane aantal uren, steeg ook het gemiddelde aantal effectief gewerkte uren per student, van 171 tot 206 per jaar.

De toename van het gebruik van flexi-jobs en studentenarbeid is het sterkst in Vlaanderen. Meer dan 90 % van de flexi-jobs en 63 % van de studentenjobs bevinden zich in Vlaanderen, tegen 61% van de binnenlandse werkgelegenheid.

 

Bron:    Jaarverslag Nationale Bank, 2023 - publicatie april 2024