Integriteit en belangenvermenging bij de Vlaamse Overheid

Door: Bron: Vlaams Parlement, schriftelijke vragen 24-10-2022

Categorieƫn
:
Overheid - kandidaat, Overheid - werkgever ,

Bron: SCHRIFTELIJKE VRAAG van JOKE SCHAUVLIEGE aan BART SOMERS - publicatie 21 oktober 2022

VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, BESTUURSZAKEN, INBURGERING EN GELIJKE KANSEN

Van de overheidsdiensten wordt een kwaliteitsvolle en objectieve dienstverlening verwacht. Burgers en ondernemingen moeten er te allen tijde kunnen op rekenen dat de personeelsleden van de overheid in alle omstandigheden het algemeen belang laten primeren op elke eigen persoonlijke overtuiging.

Het Vlaams Personeelsstatuut bevat  duidelijke regels m.b.t. de deontologische rechten en plichten van de personeelsleden van de diensten van de Vlaamse overheid. Aldus bepaalt artikel II.1 dat het personeelslid zich op een actieve en constructieve wijze inzet voor de realisatie van de opdracht en de doelstellingen van de diensten van de Vlaamse overheid en dat het zijn functie op een loyale en correcte wijze uitoefent. Daarnaast worden de rechten en de plichten van de personeelsleden van de Vlaamse overheid nader geĆ«xpliciteerd in een deontologische code. Bedoeling is dat alle personeelsleden werken volgens gemeenschappelijke waarden en normen, hetgeen dient te leiden tot een integere organisatie die burgers kwaliteitsvol en gelijk behandelt.

De deontologische code bepaalt tevens dat persoonlijke voorkeuren of een engagement in een vereniging geen weerslag mogen hebben op de objectiviteit waarmee een personeelslid de opgedragen taken uitoefent. Voor nevenactiviteiten buiten de diensturen is er geen formele toestemming nodig, maar de bedoeling is wel dat deze besproken worden met de leidinggevende want dergelijke activiteiten mogen niet leiden tot belangenvermenging en mogen geen schijn van partijdigheid wekken. Dat zijn strenge voorwaarden, maar ze zijn absoluut noodzakelijk om het vertrouwen van de burger in de overheid blijvend te garanderen.

Maar niettegenstaande deze regels ontstaan er toch situaties die vragen doen rijzen. Vooral die situaties waarin ambtenaren, optredend vanuit een nevenactiviteit, vastgoedoperaties uitvoeren kunnen bij de burger heel wat vragen oproepen.

Als kader om de integriteit te beoordelen, zijn er methodieken ontwikkeld. Zo zijn er bv. vragen om in te schatten of nevenactiviteiten kunnen leiden tot belangenvermenging: 

Enkele toetsingsvragen om dit in te schatten: