Het 'recht op deconnectie' van de ambtenaar

Door: Bron: Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg. 14-1-2022

Categorieën
:
Overheid - kandidaat, Overheid - werkgever ,

De federale regering lanceerde in december het 'recht op deconnectie'.  De beslissing werd ook gevolgd door een omzendbrief van federaal minister Petra De Sutter. 

Ondertussen komt ook op Vlaams niveau een debat los en laat minister  Hilde Crevits haar stem horen. Het toont aan dat flexibilisering van de arbeid alvast een breder debat vraagt. 

 

Bron: Bron: Federale Overheidsdiensten werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg.

Het ‘recht op deconnectie’ wordt vanaf 1 februari 2022 verankerd in het federaal personeelsstatuut voor alle federale ambtenaren, zowel statutairen, stagiairs, mandaathouders als contractuelen. De principes hiervoor werden vastgelegd in het koninklijk besluit (KB) van 2 december 2021, dat het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 wijzigt en werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van maandag 3 januari 2022. Het KB en de begeleidende omzendbrief treden in werking op 1 februari 2022.

Deze nieuwe bepaling rond deconnectie, die toegelicht werd in de omzendbrief nr. 702 van de Minister van Ambtenarenzaken Petra De Sutter van 20 december 2021, kwam tot stand uit de overtuiging dat een stijgend gebruik van digitale arbeidsmiddelen buiten de werkuren door personeelsleden een grote bron van stress kan zijn.

In de strijd tegen overmatige werkstress en burn-out, en binnen het kader van de nieuwe vormen van arbeidsorganisatie die flexibeler werk mogelijk maken, heeft een goed personeelsbeleid nood om duidelijke afspraken te maken over het gebruik van digitale arbeidsmiddelen en de mogelijkheid tot digitale deconnectie. Fysiek en mentaal het werk achter zich kunnen laten tijdens de pauzes en buiten de werkuren is gelinkt aan positieve welzijnsuitkomsten, zoals een betere focus, een betere recuperatie en een hoger en duurzamer energieniveau.

Aanpassingen in het KB

In paragraaf 1 van artikel 7bis van het KB wordt duidelijk de garantie inzake de minimale interventie in de vrije tijd opgenomen met respect voor de arbeidstijd en de arbeidsduurgrenzen, het telewerk, de rustperiodes en een evenwicht tussen werk- en privéleven.

Concreet worden volgende toevoegingen gedaan:

Meer info

 

Enkele aspecten van  ‘deconnectie’ na de arbeidsuren:

(1) Wordt er verwacht om telefonisch bereikbaar te zijn na de arbeidsuren voor de werkgever en voor de klant? Of via andere digitale kanalen zoals whatsapp, messenger, chat,...?

(2) Is het personeelslid oproepbaar en in welke mate moet hij rekening houden met oproepbaarheid? Is er binnen een team een regeling overeengekomen met betrekking tot de billijke verdeling van de oproepbaarheidsdiensten tussen de teamleden onderling (bijv. toerbeurt)?

(3) Wordt er werk verricht na de arbeidsuren?
(4) Worden er mails verstuurd na de arbeidsuren?
(5) Wordt er een antwoord verwacht per mail na de werkuren?

(6) Wordt er buiten de arbeidsuren meer nagedacht of gepiekerd over het werk?

(7) Zijn er slaapklachten door piekeren over het werk?

(8) Ondervindt het personeelslid voldoende steun op de werkvloer, van leidinggevende(n) en/of van collega’s?

 

Geen veralgemening van de regel

Vlaams minister van Werk en Economie Hilde Crevits (CD&V) wil geen verbod voor werkgevers om personeel na de werkuren te contacteren. Dat zegt ze dit weekend in Trends Talk op Kanaal Z. Crevits verzet zich daarmee tegen de plannen van de federale regering om het 'deconnectierecht' ook in de privésector in te voeren: 'Het recht om offline te zijn is een interessant debat, maar ik ben geen voorstander van zo'n nieuwe, algemene regel.'