Het onderwijsakkoord: waar blijft een eigentijds personeelsbeleid voor het onderwijs ? 

Door: OPINIE Chris De Meerleer, expert evaluatie 25-2-2021

Categorieën
:
Overheid - kandidaat, Overheid - werkgever ,

 

Het sociaal akkoord over de vaste benoeming in het onderwijs wordt gecommuniceerd als een ‘grote stap’ voorwaarts naar een doortastend personeelsbeleid. Alvast grote woorden voor een akkoord dat de echte uitdagingen van de sector uit de weg gaat.

Vaste benoeming : een pad van competentie-ontwikkeling

Modellen van competentie-ontwikkeling van leerkrachten tonen het complexe van de job. Na de nodige opleiding, met inbegrip van praktijkervaring, vraagt het werkveld een veelheid aan kwaliteiten. Die competenties situeren zich niet enkel op het niveau van kennis of didactische vaardigheden. Leerkracht zijn is immers een job die behoorlijk wat leiderschap vraagt en laat dit net een competentie zijn die zich niet zo makkelijk en voorspelbaar laat ontwikkelen.

Het is dan ook niet vreemd dat in modellen van competentie-ontwikkeling vaak termijnen van 3 à 5 jaar worden gehanteerd vooraleer men als leerkracht de diverse competenties heeft ontwikkeld.

Net zoals dit bij kinderen het geval is, ontwikkelen leerkrachten ook verschillend. Die verschillen hebben in eerste instantie te maken met de kansen die men krijgt : we denken dan aan de veelheid aan praktijksituaties die men meemaakt. Van het geven van lessen, tot het luisteren naar leerlingen, het overleggen met de ouders en het samenwerken met collega’s. 

De beroepsontwikkeling kent daarbij zijn grilligheid en onvoorspelbaarheid. Ze laat zich niet altijd gieten in tijdspannes. Soms leren we in een tijdspanne van 3 maand meer dan in 2 jaar. 

Ook individuele factoren spelen mee. Wat is het reflectievermogen van de leerkacht ? Hoe verwerkt hij de vele dagelijkse feedback die de job hem of haar biedt ?

Niet de duur, maar de onvoorspelbaarheid van de weg maakt het uitzichtloos voor jonge leerkrachten.

De vaste benoeming in het onderwijs is voor leerkrachten soms een lange weg. In die zin is het onderwijsakkoord, voor sommigen een goede stap. Maar de duur van het traject om vastbenoemd te geraken is maar een heel klein deeltje van de problematiek.  En alleszins maar een beperkte oorzaak waarom leerkrachten afhaken.

Van beginnende leerkrachten horen we andere verhalen dan de last van de ‘wachtzaal’. 

Het niet altijd weten hoe men bezig is, het weinig feedback krijgen, het niet weten wat de school en de directie over je denkt, de onbekende factor van de openstaande uren, zijn alvast zaken die een dringender aanpak vragen. 

We kunnen moeilijk geloven dat de onderwijssector hiermee blij is, zoals de vertegenwoordigers van de onderwijskoepels stellen.  Er zijn duidelijk kritische  vragen bij de snellere vaste benoemingen en we hebben vooral de verwijzingen naar de toekomst gehoord...

 

Evaluatie van leerkrachten : waar blijft de brede visie waarin onderwijs zo goed is ?  

In een ander luik van het onderwijsakkoord wordt de evaluatieprocedure aangepakt. Het spook van de ‘moeilijke ontslagprocedure’ lag daarbij op tafel.

Waar bij de invoering van de functioneringscyclus in 2007 al snel bleek dat evaluatie in het onderwijs met te veel procedures was overladen, was er duidelijk bijsturing nodig. Jaren spendeerden directies veel energie aan het uitwerken van uitgebreide functiebeschrijvingen, het vullen van mappen met geïndividualiseerde documenten en het debatteren over procedures. Niet te verwonderen dat evaluatie niet alleen veel werklast, maar ook weinig effect kon ressorteren. 

In 2013 liet de Vlaamse Gemeenschap een evaluatie uitvoeren van het evaluatiesysteem in het onderwijs (UGent/ UAntwerpen).  Het onderzoek sloot af met 18 aanbevelingen omtrent de evaluatiepraktijk. 

In dit onderwijsakkoord is alvast op twee van de 18 aanbevelingen ingegaan: de frustratie rond disfunctionerende leerkrachten en de administratieve last van de evaluatieprocedure. Misschien had men ook iets met de vele andere aanbevelingen kunnen doen.

‘Wie goed functioneert heeft geen evaluatie nodig.’

Het onderwijsakkoord geeft aan dat evaluatie niet langer verplicht is bij goed functionerende leerkrachten. 

Dat je sterke leerlingen op een andere wijze uitdaagt en evalueert weten we, maar dat je voortaan enkel de zwakke leerlingen zou gaan evalueren zou men in onderwijsmiddens afdoen als  ’al te gek’. 

Daarbij zou men zeker argumenteren dat evaluatie motiverend werkt en dat evaluatie onlosmakelijk verbonden is met leren. Wie de visies op evaluatie  bekijkt die de onderwijskoepels hebben uitgewerkt,  krijgt nochtans steeds een positieve kijk op evaluatie in beeld gebracht. 

Er is een gigantische  expertise met betrekking tot evaluatie in de onderwijssector aanwezig. Alleen worden deze inzichten wel gebruikt als het over leerlingen gaat, niet over medewerkers. In de onderwijspraktijk is het immers evident dat evalueren en belangrijk onderdeel is van kwaliteitsvol onderwijs.  De  ervaring met evaluatie van leerlingen die de onderwijssector in huis heeft,  toepassen op de evaluatie van leerkrachten zou een belangrijke bijdrage  kunnen  leveren. Wat dacht u van:  ‘permante evaluatie’, ‘transparante evaluatie’, ‘reflectie’, ‘zelfevaluatie’, ‘evaluatie als teamwerk’, ‘betrokkenheid bij evaluatie’.

Het zijn alvast handvaten die in heel wat organisaties vandaag worden gebruikt om het evalueren van medewerkers zinvol te maken. 

Als onderwijsbeleid, onderwijskoepels en vakbonden hun sector aantrekkelijk willen maken voor de toekomst, hadden we alvast wat meer durf en innovatie verwacht. Maar hopelijk moeten we niet te lang wachten op wat men het fundamenteel loopbaandebat noemt.

 

Auteur: Chris De Meerleer, psycholoog, expert evaluatie overheid,

Auteur van het pas verschenen boek 'Evaluatie in evolutie': 

 

Bronnen:

Evaluatie van het evaluatiesysteem voor leerkrachten in het basisonderwijs en het deeltijds kunstonderwijs. OBPWO - project 11.01 in opdracht van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, 2013, 59pp.

De Tijd, 24 februari 2021, https://www.tijd.be/content/tijd/nl/mme-articles/10/28/69/14/10286914

VRT-Nieuws, 24 februari 2021, https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2021/02/24/vaste-benoemingen/