google.com, pub-3715436742152423, DIRECT, f08c47fec0942fa0
Snel zoeken

De laatste 20 jaar nam verschil tussen hoogste en laagste lonen toe.

Bron: Minerva - progressieve denktank 30-9-2022 7:56
Categorieën: Overheid - kandidaat, Overheid - werkgever

 

Bron: Minerva, 29 september 2022

Tussen 1999 en 2020 steeg het gemiddelde bruto maandloon van een voltijdswerker met vijftien procent bovenop de inflatie. Die loonsstijging verhult echter grote verschillen, zowel in de tijd als in de verdeling van de lonen., dat komt uit een studie van de progressieve denktank Minerva naar voor.

De welvaartstoename in België in de laatste twee decennia komt niet iedereen in dezelfde mate ten goede. De laagste lonen zijn veel minder sterk gestegen dan de hoogste lonen. Tussen 2010 en 2020 zijn de bruto maandlonen in het laagste loondeciel de facto zelfs helemaal gestagneerd, terwijl de hoogste lonen in dezelfde periode met bijna negen procent stegen. Tussen 1999 en 2020 gingen de hoogste lonen er op maandbasis (in reële termen en in prijzen van 2015) met bijna duizend euro op vooruit: vier keer meer dan de laagste lonen.

De verschillende regeerperiodes kenmerkten zich door sterke verschillen in de loonevolutie tussen de verschillende decielen. In de periode van de eerste regering-Verhofstadt gingen de lonen er in elk deciel in min of meer gelijke mate op vooruit, terwijl in de periode van de regering-Di Rupo de laagste lonen er procentueel het meest op vooruit gingen. Een compleet tegenovergesteld verhaal tijdens de regeringen-Leterme en -Van Rompuy en tijdens de regering-Michel: in beide periodes verliezen de laagste lonen aan waarde (met als negatieve uitschieter het waardeverlies van meer dan vijf procent voor het laagste loonsegment in de periode 2015-2019), terwijl de hoogste lonen er (meer of minder) sterk op vooruit gaan.

Die sterk ongelijke verdeling van de toegenomen welvaart doorheen de loonverdeling zien we ook wanneer we de gemiddelde lonen per beroepsgroep vergelijken tussen 2010 en 2019: de beter betaalde beroepsgroepen gaan er ook het meest op vooruit, terwijl slecht betaalde beroepen hun loon zien stagneren of zelfs zien dalen. Tegelijkertijd zien we ook dat de lonen in meer perifere streken in Wallonië steeds verder achterop hinken.

We zien dus een verdere dualisering van de marktlonen, met een steeds grotere kloof tussen de beter-betaalde en de slechter-betaalde jobs. Wie onderaan de loonladder staat, krijgt het zelfs als hij of zij voltijds werkt steeds moeilijker om aansluiting te vinden bij de algemene toename van de levensstandaard.

Die toenemende dualisering van de marktlonen heeft als gevolg dat alleen door een steeds grotere overheidstussenkomst —via wijzigingen in het fiscale systeem of het sociale systeem— het inkomen van werknemers in de laagste loongroepen toch ‘op peil’ gehouden kan worden.

 
 
 
Kring vzw gebruikt cookies om bepaalde voorkeuren te onthouden en vacatures af te stemmen op je interesses.
Close